Home / J'ACCUSE / J’accuse van Luc en Carline Deneffe-Vuylsteke

J’accuse van Luc en Carline Deneffe-Vuylsteke

“Where we died as usual. Unnoticed as usual”.
Bart De Wever Georges-Louis Bouchez

J’accuse. Ik beschuldig.

Al bijna twee jaar duurt het nu. Twee jaar waarin een volk systematisch wordt uitgewist, waarin kinderen niet slapen omdat de dood daar sneller is dan de slaap. Maar kijk: wij wachten.

Premier, als vertegenwoordiger van dit land. Ik beschuldig u van het perverteren van uw stille behendigheid tot een instrument van nietsdoen waar al lang actie had moeten plaatsvinden. U noemt wat wel gesproken wordt geroezemoes. Populisme, overdreven emotionaliteit, tegen de staatsraison in. Het protest heeft u ingecalculeerd als achtergrondgeluid. U weet, u denkt, ze roepen even, maar gaan dan weer naar huis.

En u, meneer Bouchez, beschuldig ik, met een plaatsvervangend schaamtegevoel, om uw onvergetelijke “et alors”-bewering. Wat een geruststelling dat er elders ook kinderen sterven. Stel je voor dat we ons op één tragedie zouden moeten concentreren — dat zou pas onpraktisch zijn.

Hamas? Ja, een gruwel. Maar geen vrijgeleide voor massamoord. Geen tegengewicht voor meer dan 60.000 doden, onder wie bijna 18 500 kinderen. Wie dat als excuus gebruikt, zegt simpelweg dat sommige levens minder waard zijn.

Dit alles, camouflagepakken voor morele armoede en kilheid. Alsof de brand aangestoken werd door zij die ertegen schreeuwen.

Ik beschuldig de regering van haar Olympische dralen. Over daadkracht kunnen we het al lang niet meer hebben. Andere landen, vele, namen wel actie, waar beweerd wordt dat alleen Europa wat kan, of neen, zelfs Amerika. Terwijl elke dag wachten gewoon betekent: nóg een graf, nóg een naam, nóg een kind dat nooit volwassen wordt, nóg een journalist, nóg een hulpverlener, nóg een ziekenhuis dat in puin ligt, nóg een school die verandert in een massagraf.

Regeringscrisis? Mag ik verhopen dat het gezond verstand en de menselijkheid, en dus actie, deze niet nodig maken. Doch indien onze regering niet zich uitspreken kan of wil, dan zou er pas crisis zijn, een waardencrisis, als de regering niet zou vallen. “Zelfs een klein land kan wijzen op een mondiale ethiek.” En dan zou een val van de regering echt eens (wereld)nieuws mogen zijn, niet de voedseldroppings waarbij men zich haast fier op de borst klopt. Terwijl deze enkel aanduiden hoe ver we al over de grens van aanvaardbaarheid heengegaan zijn.

En mocht u denken dat deze beschuldiging ooit verstomt: vergeet het.

Ik deel dit met de vele verbonden, geraakte en volhardende burgers, de weinige politiekers die wel al langer hun nek uitsteken, steden die zich toonden, de werkgeversverantwoordelijke die sprak, de mensen in Palestina, die er voor anderen blijven zijn in onmogelijke omstandigheden, de in grote getale mensen-mensen in België en de wereld..

We weten dat de commissie (eindelijk) samenkwam. Dat de regering er zich zal over buigen, pijnlijk dat er nu nog toe aangespoord moet worden, met een gedachte dat ze wél durft te spreken waar menselijkheid al lang roept: zonder mitsen, maren of politiek spel.