Ik las onlangs een boekje van Isabella Hammad, een jonge Palestijns-Britse
schrijfster.
Het raakte me diep. En via haar werk wil ik deze toespraak kaderen.
Ze schrijft op een bepaald moment over de term anagnorisis.
Anagnorisis is het moment waarop een personage begint de waarheid te herkennen –
het ogenblik waarop duidelijk wordt wat er werkelijk gebeurt
De klassieke tragedie leert ons dat inzicht niet stilte komt aankloppen
Niet zachtjes.
Het komt met een schok.
Met schaamte.
Met het besef dat wat men dacht te begrijpen, in feite blindheid was.
Dat moment van plotselinge helderheid – pijnlijk, scherp,
noemt Aristoteles anagnorisis.
Het is het moment waarop Oedipus beseft wie hij werkelijk is.
Dat zijn zoektocht naar waarheid hem recht in de kern van zijn eigen misdaden heeft
geleid.
En hoewel hij handelde zonder kennis,
is hij niet zonder verantwoordelijkheid.
Vandaag handelen wij mét kennis.
En de verantwoordelijkheid wordt doorgeschoven.
Wat walgelijk.
De waarheid over Gaza is geen mysterie.
Geen verborgen raadsel dat zich langzaam ontvouwt.
Ze ligt in beelden.
In getuigenissen.
In cijfers die elke dag zwaarder worden.
En toch, nog steeds geen erkenning.
Binnenkort is het twee jaar.
Twee jaar dat het live voor onze ogen gebeurt.
Elke dag kijken we naar “de laatste 24 uur”:
In plaats van de feiten te erkennen als moreel kantelpunt,
wordt het geweld gelegitimeerd.
Genegeerd.
Of afgedaan als een kwestie van interpretatie.
Maar er zijn momenten in de geschiedenis
waarop een volk, een staat, een gemeenschap
zichzelf in de spiegel moet aankijken en vragen:
Wie zijn wij, wanneer het ertoe doet?
Vandaag, terwijl u deze woorden hoort,
draagt Gaza haar doden.
De doden van oorlog.
Van honger.
Van medische belegering.
Van structureel geweld dat al generaties duurt
en waarvan de wereld deed alsof het ingewikkeld was.
Het is niet ingewikkeld.
Het is genocide.
Ik sta hier getuige van de etnische zuivering.
Van de apartheid.
Van het geweld dat Israël toepast in de Westbank en Jeruzalem.
Sinds 2011 ga ik er naartoe,
Ik heb er gewerkt, en intens gefeest,
Ik ben er getrouwd.
Ik heb de onderdrukking gezien.
En gevoeld.
Mijn kinderen waren anderhalf toen er een geweer op hun grootvader werd gericht
omdat we naar huis wilden – maar niet mochten en hij de soldaat daarop aansprak.
Checkpoints die willekeurig opengingen of sloten.
Olijfgaarden in brand gestoken.
Kolonisten die hun honden lieten plassen in watertanks met drinkwater.
Wegen die plots werden afgesloten.
Vrienden Osama, Alaa, Ahmed, faris, sa’ed,… werden opgepakt, maanden of jaren
vastgezet zonder proces.
Geslagen, gemarteld.
Ik heb de littekens op hun ruggen gezien.
Ik heb oude gevangenissen gezien,
martelkamers waar mensen jaren doorbrachten.
Ik heb mensen tenten zien opslaan naast hun eigen huis
omdat ze met militaire dwang werden verdreven,
terwijl kolonisten hun meubels dansend binnenbrachten.
Wat er gebeurt in Gaza is de vernietiging van een volk.
En het gebeurt onder onze ogen.
Met onze betrokkenheid –
door stilzwijgen, doorvoer, diplomatie, investeringen en framing.
Zij worden ontmenselijkt,
En wij onmenselijk.
En u weet dit.
België is geen wereldmacht.
Maar België is niet onmachtig.
Bovendien zijn ook wij een natie die weet wat het is om een geschiedenis te moeten
verwerken.
Maar hebben we dat werkelijk gedaan?
Wij zijn een land dat rijk werd door een ander leeg te maken.
Congo gekoloniseerd.
Grondstoffen geroofd.
Steden gebouwd met rubber, koper, goud –
en met de lichamen van mensen die nooit werden gevraagd of ze wilden dienen.
Toen dat systeem wankelde,
werden andere lichamen gebruikt.
Italianen. Turken.
Zij kwamen om in de mijnen te werken.
En als hun zonen of vaders stierven onder de grond,
kregen hun moeders, vrouwen, dochters een zak kolen.
Toen zij zeiden: dit is geen leven,
zocht u anderen.
In Marokko. Verder. Dieper.
En wat deden we dan?
We stopten het weg.
We maakten er musea van.
Straatnamen zonder vragen.
Verhalen zonder verantwoordelijkheid.
U bent een natie die in Oekraïne luid voor rechtvaardigheid spreekt,
maar in Palestina stil blijft.
U verdedigt de rechtsstaat,
maar zwijgt wanneer het internationaal recht wordt gesloopt.
Waarom?
Kunt u ons een eerlijk antwoord geven?
Wat weet u?
En wat doet u daarmee?
Want weten zonder handelen is deelnemen.
Als u de genocide in Gaza wil stoppen,
moet u iets stopzetten:
Stop de doorvoer van wapens via Belgische havens naar Israël.
Stop investeringen in bedrijven die winst maken op vernietiging.
Stop het framen van dit geweld als een conflict tussen gelijken.
Stop de diplomatieke beleefdheid ten aanzien van een staat die ziekenhuizen
bombardeert.
Stop het vervolgen van mensen en organisaties die zich vreedzaam verzetten.
Stop met het verdacht maken of monddood maken van kritische stemmen.
Verdedig het recht op protest.
Stop met het neerhalen van Palestijnse vlaggen.
Stop met doen alsof die vlag een bedreiging is.
Stop met zeggen: we hebben geen impact.
Uw stilte heeft duidelijk een impact, ze dood tot honderden per dag.
Benoem wat dit is: kolonisatie, apartheid, genocide.
Oefen druk uit – op de EU, op NAVO-partners, op uw eigen economische belangen.
Ook op universiteiten en onderzoeksinstellingen die meewerken aan militaire
technologie.
En luister.
Luister naar degenen die het geweld overleven.
Luister naar hen die weten wat het betekent te leven onder bezetting,
permanent vuur, honger, ziekte en verlies.
Onder de verpletterende stilte.
Wij vragen dat u de waarheid onder ogen ziet.
Hoe pijnlijk ook.
Dat u erkent: het moment is gekomen, te laat,
waarop u niet meer kunt zeggen:
ik weet niet wat ik moet doen.
U weet het wel.
Het is geen kwestie van niet weten.
Maar van niet handelen.
Wij zeggen NEE.
Wij willen dat u NEE zegt.
Onmiddellijk.
Nu.
Het is
Vlaanderen.
Wallonië
Brussel
Het is België.
Het is Europa
Het is u.
Laat dit het moment zijn waarop u zegt:
Wij hebben het gezien.
Wij hebben het begrepen.
Wij zijn gestopt met zwijgen.
En wij handelen.
Zonder catharsis.
Zonder opluchting.
Met verantwoordelijkheid.
Free Gaza. Free Palestine.
wij zullen u eraan houden.
Ik schaar mij achter de aanklacht tegen de Belgische overheid.
Het is mijn plicht te spreken, ik wil niet medeplichtig zijn.

