J’accuse
De prijs van stilte is onmenselijk hoog
Wie kan nog wegkijken? Het leed in Gaza is ondraaglijk. De beelden, de verhalen, de cijfers ze schreeuwen om aandacht, om actie. Wie nu nog zwijgt, wie de andere kant op kijkt, zal later spijt hebben. Want dit is niet zomaar een conflict. Dit is een humanitaire catastrofe, een morele crisis die ons allen aangaat.
We moeten het geweld en de opzettelijke hongersnood in Gaza veroordelen. Niet vanuit politieke voorkeur, niet vanuit religieuze overtuiging, maar vanuit menselijkheid. Boven alle rassen, religies en ideologieën staat het fundamentele besef: dit mag niet. Dit moet stoppen.
Als gewone burgers voelen we ons vaak machteloos. Wat kunnen we doen, behalve onze stem laten horen? Maar zelfs dat is al iets. Want zwijgen is medeplichtig zijn. De aarzelende reacties van onze verkozen vertegenwoordigers stellen niet gerust. Hun sussende woorden zijn hol, hun uitstel schrijnend. Politici die minimaliseren, wegkijken of de urgentie ontkennen, zullen door de geschiedenis worden afgerekend.
De kinderen en jongvolwassenen die opgroeien in Gaza, op de Westelijke Jordaanoever, of zelfs zij die toekijken vanop afstand, zullen ons niet vergeven. Zij zullen weten dat we weggekeken hebben. En de geschiedenis zal zich herhalen, zoals ze altijd doet, en ons confronteren met onze fouten.
We zijn dankbaar dat we de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog niet hebben meegemaakt. Maar willen we echt leven met het besef dat we niets hebben gedaan om deze gruwel te stoppen? Willen we de wereld blijven verdelen in pro en contra, in haat en liefde? Of beseffen we eindelijk dat deze roep om vrede niet tegen de Joodse gemeenschap is gericht, maar vóór het leven?
Ook binnen de Joodse gemeenschap zijn er velen die willen dat het stopt. Ook zij zijn slachtoffers van dit geweld. De gewone man in de straat begrijpt misschien niet de volledige complexiteit van het conflict, maar iedereen voelt: zo kan het niet verder.
Wij zijn de geschiedenis. Wij zijn de toekomst. En die toekomst zal ons confronteren met de vraag: waarom hebben we dit toegelaten?
Een oproep tot geweten en menselijkheid.

