Leg het mij eens uit.
Vlaamse overheid. Vlaams Parlement. Kamer van Volksvertegenwoordigers. Chambre des représentants. Bart De Wever. En uw poppenkast.
Je koos dus de kant van het licht. Op 17 oktober werd het voor wie nog bij zijn verstand was duidelijk: de genocide was ingezet — met een bombardement op een ziekenhuis en een berg propaganda. Jullie dachten wellicht: die Israëli’s zijn boos, ze zullen hun spierballen rollen, en dan gaat de wereld gewoon verder. Maar zo liep het niet. Dit conflict is immers al veel ouder. Er was al eens een Nakba. Er zijn al deportaties en massamoorden geweest. Land werd bezet. Burgers werden gedood. En telkens weer herhalen daders, aanstokers, verantwoordelijken én uw media dat het allemaal ingewikkeld is. Velen onder ons hebben dat ook geloofd.
Er is inderdaad veel gebeurd in de voorbije honderd jaar. Maar daarom is het niet ingewikkeld. Het is eigenlijk eenvoudig: mensen maken fouten. Ze nemen verkeerde beslissingen. En — even belangrijk — ze volharden in hun dwaasheid. Ze willen geen gezichtsverlies lijden. Waarom? Slechte adviezen, politieke opportuniteit, oliebelangen, loze beloften, dronkenschap, religie, atheïsme, geld, chantage, macht… Het zijn allemaal triviale, menselijke motieven die geleid hebben tot verkeerde keuzes. En zoals dat gaat, leidt één beslissing tot een andere, in een keten van irrationele oorzaken, onvoorziene gevolgen en escalerende wreedheid.
Het vergt slechts één persoon om die keten te doorbreken en een ander pad te kiezen. De geschiedenis toont dat vroegtijdig ingrijpen cruciaal is. Hadden de Trojanen dat paard niet binnengehaald, dan spraken we nu niet over Griekse of — liever nog — Romeinse imperialistische geschiedenis. Als een virus uitbreekt, is snelle quarantaine de beste respons. Een brand dooft men het makkelijkst in de eerste minuut. Neem een dronken bestuurder zijn autosleutel af, en je voorkomt een kettingbotsing.
Maar niemand koos die weg. Alle verkozenen des volks deden alsof hun neus bloedde, keken de andere kant op, hielden de lippen stijf of kozen vierkant voor de bezetter. Voor “het licht”. Wapenleveringen werden versneld. Niemand werd op het matje geroepen. Geen boycot werd ingesteld. Overleg bleef uit. Er werd uitgeblonken in besluiteloosheid. Er werd zelfs niet eens gedaan alsof.
Zoals gezegd: iedereen kan een fout maken. Maar verstandige mensen herkennen hun fout en herstellen die. Dat is hier niet gebeurd.
Burgers kiezen vertegenwoordigers in de hoop dat zij hun opdracht uitvoeren in naam van de gemeenschap. Helaas: fouten werden gemaakt. En er werd collectief weggekeken. Er werd niets gecorrigeerd. Integendeel. Er werd gezwegen, verzwegen, genegeerd, vergoelijkt. De premier, zijn regering en hun acolieten brachten in twintig maanden geen enkel zinnig woord over de lippen.
En hier staan we nu: bij een genocide.
Uw hele bevolking kon, in real time, de stroom van halve baby’s, aan stukken gereten peuters en tieners — samen met hun ouders in plastic boodschappentassen bezorgd aan een verdwaasde overlevende oom — volgen. Alles werd voorzien van een spectrum aan commentaren, gaande van koud cynisme tot lange treurdichten, al naargelang het marktsegment van het sociale medium.
Alle ziekenhuizen zijn inmiddels met de grond gelijkgemaakt. Wie probeerde de doden en gewonden te tellen, werd vermoord. Kleuters met bidons, op zoek naar water, werden door het hoofd geschoten. Een tweede kogel door hun hart onderstreepte het “vakmanschap” van de scherpschutter. De dokters die zonder verdoving amputeerden, werden opgepakt, gefolterd, tot waanzin of tot de dood erop volgde. Journalisten vielen bij bosjes. En telkens raapte een ander de telefoon op en zette de gruwelstroom voort. We zijn bijna aan 300 vermoorde journalisten. Toch blijven de moedigen elke dag berichten sturen over deze volkerenmoord.
En niets van dat alles heeft u tot enig initiatief bewogen. Alleen twee handen in de lucht. Geveinsde onmacht.
Duizenden burgers uit meer dan vijftig landen organiseren hulpkonvooien richting Gaza — per boot, per auto, te voet. Geen enkele van uw ministers, parlementsleden, burgemeesters of ambassadeurs rept een woord om steun te betuigen. Zelfs niet in omfloerste taal over mensenrechten.
Voedseltransport wordt al maanden onmogelijk gemaakt. Twee miljoen mensen zitten zonder eten en water. “Voedselbedelingen” worden doelbewust omgevormd tot slachtpartijen: wie aanschuift, wordt neergeschoten. Dit is een variant op de belofte van een douche gevolgd door vergassing. Tanks en bulldozers jagen de uitgemergelde Palestijnen heen en weer. Al tientallen keren moesten ze hun ‘woning’ verlaten — nu krijgen ze witte fosfor op hun hielen. Ondertussen vallen er ook hongerdoden in de rijen bij die schietkraam-voedselbedeling.
Wanneer aantoonbaar betrokkenen bij deze misdaden komen dansen op een feestje in ons land, wordt een verklaring genoteerd en mogen ze beschikken. Uw klassejustitie toont zich alweer van haar beste kant.
En wanneer uw burgers via de rechtbank afdwingen dat wapendoorvoer via onze havens moet stoppen, gaat uw minister — met zegen van de regering — gewoon in beroep. Jullie volharden in verkeerde inschattingen, want anders zouden jullie moeten toegeven dat jullie ernaast zaten.
Maar dit is geen kleine fout. Dit is geen vergissing. Dit maakt van uw regering een medeplichtige. En het maakt van uw bevolking — van wie u beweert de vertegenwoordiging te zijn — medeplichtigen.
Dus leg het mij uit.
Wat moet ik vertellen aan mijn kinderen en kleinkinderen wanneer ze vragen waarom we niets deden, terwijl twee miljoen Palestijnen werden uitgeroeid — met onze hulp en ons medeweten?
Moet ik, net als u, zwijgen? De schouders ophalen? Wat grijnslachen wanneer de namen van duizenden vermoorde baby’s worden afgeroepen of op spandoeken verschijnen?
Of zal ik zeggen: we kozen de kant van het licht — de verkeerde kant.
J’accuse.
Zeg het maar


