Alain Platel is regisseur en choreograaf. Hij schrijft in naam van SOS GAZA. Hij verdedigt de beslissing van Gent Festival van Vlaanderen om het optreden van Lahav Shani te schrappen.
Tijdens een van mijn eerste verblijven in de bezette Westbank, begin jaren 2000, voerde ik gesprekken met mijn Palestijnse collega’s over mogelijke samenwerkingen tussen Palestijnse en Israëlische kunstenaars. Toen werd mij het begrip normalization uitgelegd. Normalization, tatbee in het Arabisch, betekent iets dat inherent abnormaal is, zoals onderdrukking en onrecht, presenteren alsof het normaal is.
Voor 7 oktober (en laat ik hierbij nogmaals en voor alle duidelijkheid herhalen dat ik het geweld van Hamas scherp veroordeel) werden Palestijnse artiesten vaak uitgenodigd om met Israëli’s in gezamenlijke culturele activiteiten te stappen. Daarbij werd telkens de indruk gewekt dat er geen vuiltje aan de lucht is, dat samenwerken toch mogelijk is, dat het met andere woorden ‘genormaliseerd’ kan worden. Maar de Palestijnen voelen in dergelijke projecten nooit een echte vorm van gelijkwaardigheid. De verhouding onderdrukker-onderdrukte blijft altijd aanwezig.
Voor de Palestijnen kan er maar sprake zijn van een echte samenwerking op dat vlak wanneer ten eerste de Israëlische partij formeel de Palestijnse rechten onder het internationaal recht erkent (einde van de bezetting, volledige gelijkwaardigheid van Palestijnse burgers in Israël en de terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen naar hun land) en ten tweede het project/de activiteit er een is van zich samen verzetten tegen in plaats van samenleven onder de onderdrukking.
Zolang de bezetting aanhoudt, zijn er weinig pogingen tot samenwerkingen en zeker nu, tijdens de genocide in Gaza en de gewelddadige bezetting van de Westbank is dat zelfs zo goed als uitgesloten.
Israël daarentegen doet er ondertussen alles aan om zijn imago op te poetsen. Dat maakt ook deel uit van de normalization. Sport en cultuur worden daarbij vaak gebruikt, denk onder andere maar aan Eurosong en de Vuelta. Atleten en artiesten worden ingezet om naar buiten toe de indruk te wekken dat Israël een democratie is zoals alle andere (westerse) democratieën dat zouden zijn en enkel geweld gebruikt als zelfverdediging.
Dat het regime ondertussen een genocide pleegt in Gaza en de Westbank militair bezet, in die gebieden in een steeds groter tempo illegale nederzettingen bouwt, dat Palestijnen massaal worden opgepakt, opgesloten, gemarteld of gedood, dat Palestijnse huizen en publieke gebouwen worden neergehaald en eigendommen worden geconfisqueerd … wordt netjes gecamoufleerd door gerenommeerde artiesten, dans- en muziekgezelschappen de wereld te laten rondtoeren om de schone kunsten te promoten.
Genocidair regime
Israëlische artiesten die steun willen van de staat moeten een overeenkomst tekenen waarbij ze beloven geen kritiek te uiten op de regering en haar politiek. Zij die dat niet doen, verliezen hun subsidies en over het algemeen verhuizen artiesten en academici die kritiek hebben op het Israëlische regime naar het buitenland.
Om te voorkomen dat een organisatie een genocidair regime steunt door samen te werken met een individu of een instituut dat direct of indirect kan worden gelinkt aan dat regime, is het legitiem en opportuun om dat individu of de organisatie te vragen zich daar openlijk van te distantiëren.
Dat is de vraag geweest van het Gent Festival van Vlaanderen aan dirigent Lahav Shani. Shani is music director van het Israel Philharmonic Orchestra (IPO), een instituut dat door de Israëlische regering wordt gesubsidieerd en ook wordt ingezet als cultureel ambassadeur van dat land. Aan hem werd gevraagd of hij zich kon uitspreken tegen de genocide uitgevoerd door de regering die het IPO subsidieert. Dat wilde en kon Shani uiteraard niet. De genocide ondubbelzinnig en publiek veroordelen zou automatisch zijn ontslag uit het IPO betekenen.
Dat het ook anders kan, bewees de Israëlische dirigent Ilan Volkov onlangs. Na een optreden op de BBC Proms met het Scottish Symphonic Orchestra, nam hij het woord en veroordeelde publiekelijk de genocide. Hij besliste ook om, zolang er ter plaatse geen duurzame oplossing komt, niet langer meer in Israël te willen werken.
Het is verontrustend, maar tegelijk voorspelbaar, vast te stellen dat er op die vraag vanwege het Gent Festival Vlaanderen zo hard en verontwaardigd wordt gereageerd. Onmiddellijk valt alweer het woord antisemitisme, terwijl men goed weet dat het Festival van Vlaanderen al altijd heeft samengewerkt met Joodse artiesten en dat in de toekomst zal blijven doen. Aan Shani wordt die vraag niet gesteld omdat hij Israëli is of godbetert Jood, maar omdat hij muzikaal directeur is van het IPO.
Vooral de hypocriete reactie van de Duitse regering en notabelen viel mij op. Zij reageerden fel omdat Shani in Gent zou optreden met het Münchner Philharmonic Orchestra. Shani vervangt er binnenkort Valery Gergiev, de Russische dirigent, die nota bene omwille van het feit dat hij de inval in Oekraïne niet wilde veroordelen, werd ontslagen! Van dubbele standaarden gesproken!
Duitsland keurde in 2019 een resolutie goed waarin staat dat geen enkele gesubsidieerde instelling mag samenwerken met individuen of instituten die Israël publiekelijk bekritiseren. Indien dat wel gebeurt, volgen er sancties en dreigen ze hun subsidies te verliezen. Artiesten die BDS (Boycot Divestment Sanctions, de geweldloze internationale boycotbeweging tegen Israël) steunen, worden automatisch gecanceld.
Dat is mij persoonlijk ook overkomen. Een productie van Opera Ballet Vlaanderen die de Ruhrtriennale in 2020 zou openen, werd gecanceld omwille van mijn persoonlijke steun aan BDS. Geen enkel verweer daartegen was mogelijk en een onderhoud dat ik na lang aandringen met de plaatselijke minister van Cultuur kreeg, ervaarde ik persoonlijk zelfs als bedreigend.
Ik kreeg toen geen enkele steun, zeker niet van de plaatselijke artiesten en culturele instellingen. Die waren, en zijn nog steeds bang voor repercussies wanneer ze zich in dit debat zouden mengen. Dat onze minister van Cultuur het Festival van Vlaanderen steunt, is een groots gebaar van solidariteit. Ik hoop dat de sector haar daarin snel volgt.
Daarentegen, dat onze premier − die voortdurend wijst op het gevaar van het importeren van een buitenlands conflict − zich tijdens deze controverse die voor het Gent Festival van Vlaanderen een enorme backlash oplevert, de moeite heeft getroost om een selfie te gaan maken met Lahav Shani, is bijzonder cynisch. Dat hij daarvoor naar Essen rijdt om een culturele uitstap te maken terwijl hij in eigen land zelden of nooit in een theater- of concertzaal te zien is, is dat ook.


